- Written by admin
Joris Housen is directeur Zorg bij Multiversum en voorzitter van netwerk SaRA
Het begin van de pandemie in maart was erg bevreemdend en als we niet oppassen ook wel vervreemdend. Op dat moment leek het erop dat het virus iedereen op korte tijd zou gaan besmetten. Een lockdown, dat klinkt en is zeer ernstig. Waar wij staan voor een warme en toegankelijke zorg, moesten cliënten van Multiversum plots een keuze maken: ofwel naar huis gaan met opvolging door telefonisch contact en beeldbellen, ofwel in opname blijven zonder weekenduitgang noch bezoek. Het zorgen voor de fysieke veiligheid nam op dat moment de overhand en reguleerde al de rest. Willens nillens. Er was veel begrip van cliënten en hun familie, en we zijn hen dankbaar om deze crisis zo moedig mee te dragen. Als ziekenhuis moesten we ons volledig herorganiseren, er werden twee afdelingen vrijgemaakt om in te richten als cohorte-afdeling. Achteraf bleek dat overshooting, maar op dat moment moesten we ervan uitgaan dat veel mensen besmet zouden kunnen worden en dat we “zuinig” moesten omgaan met het beschermingsmateriaal. Dat laatste, een nationaal dreigend tekort aan voldoende degelijk beschermingsmateriaal, gaf ook veel spanning en stress bij medewerkers.
Voor de psychiatrische zorg betekende deze pandemie precies tien stappen terug zetten in de tijd. Het woord dat de media steeds gebruikte was “social distance”. De geestelijke gezondheidszorg is net gericht op sociale verbinding, dus spreken over fysieke afstand met sociale verbondenheid had veel beter geweest. Dat is ook geleidelijk meer en meer in het taalgebruik gekomen: “we laten elkaar niet los”, “knuffelcontact”, enz.
Tijdens de tweede golf waren we veel beter georganiseerd en is er vooral gekozen om zoveel mogelijk alle zorgvormen te laten doorlopen en waar mogelijk werden er veel activiteiten opgezet in de buitenlucht. Zo zijn ook de Socratische wandelgesprekken heruitgevonden en heeft ons jongerencluster een heuse mArquee-tent om vlot en veilig bezoek te kunnen ontvangen, want contact met de familie blijft uiterst belangrijk.
Wat medewerkers betreft wil ik graag benadrukken dat we een grote solidariteit hebben gezien, ondanks angst om besmet te worden of anderen te besmetten, ondanks de soms moeilijke combinatie met gezin omdat scholen langer gesloten waren. We hebben bijvoorbeeld een uitbraak gehad tijdens de tweede golf op een PVT-campus en daar zijn gedurende 5 weken wel 150 shiften opgevangen door collega’s van het PZ, IBW, PVT. Daar kan je als directie enkel erg dankbaar om zijn! Het is deze inzet van velen die ons er samen door laat komen, ook als het soms hevig stormt.
Als sector zijn we heel snel in dialoog gegaan om tot afspraken en oplossingen te komen, zowel lokaal als supraregionaal. Met de werkgeversorganisatie en de diverse overheden is uren gezoomd en geteamd. En daar zijn toch snel mogelijkheden tot flexibilisering zoals deeltijds daghospitaal, aanpassing formule nabehandeling, tijdelijke “thuishospitalisatie” gerealiseerd. De eerstelijnszones waren nog maar net boven het doopvont gehouden, maar zij hebben meteen een enorme tand bijgestoken en hebben zich ook snel georganiseerd om zorgafstemming te garanderen. Ook bij de verschillende voorzieningen was er een grote bereidheid om opnamevragen samen te bespreken wanneer bij de ene of de andere een covid-uitbraak was op één of meerdere afdelingen. Maatschappelijk en politiek heeft de gezondheidszorg , zowel de somatische als de geestelijke gezondheidszorg volgens mij een grotere erkenning gekregen door deze crisis. Dat merken we doordat de loonbarema’s versneld naar 100% IFIC gaan in de ziekenhuissector en dat er ook budgetten worden vrijgemaakt voor meer personeel in de zorg. Hopelijk is het draagvlak om te blijven investeren in gezondheid en welzijn een blijver!
Op niveau van netwerk SaRA zaten we met de beperking van fysieke overlegmomenten. We zijn daar meteen overgeschakeld op Zoom en andere communicatievormen om met elkaar in contact te blijven. De netwerkcoördinatoren hebben de voorzieningen van de verschillende functies bijeengebracht om problemen te bespreken en goede praktijken te delen. Dat laatste vind ik ontzettend belangrijk en iets om nog meer ruimte voor te maken als netwerk. En daarnaast uiteraard de zorgcontinuïteit. Covid-19 heeft dat even op scherp gesteld want door deze crisis werden deuren op veel plaatsen even gesloten, maar doordat we als netwerk de afgelopen jaren een stevige band hebben opgebouwd met elkaar was dat gelukkig van korte duur. Het is aan ons om samen er voor te zorgen dat in de SaRA regio iedere persoon met psychische gezondheids-en/of welzijnsnoden door een stevig geweven net van zorg wordt opgevangen.