- Written by admin
Veerle Van Elsen is eerstelijnspsycholoog te Hoevenen.
Ik ben van opleiding orthopedagoog. Onze opleiding liep deels gelijk met de opleiding tot klinisch psycholoog. Ik observeer mensen met een ontwikkelingsproblematiek (bv. leer- en/of gedragsproblemen), om vervolgens te bekijken wat er nodig is om de situatie voor deze persoon te verbeteren. Sinds enkele jaren geldt een nieuw ondersteuningsmodel voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in scholen van het gewoon basis- en secundair onderwijs en in centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs. Het ondersteuningsmodel bouwt verder op het gepast zorgbeleid dat elke basisschool en secundaire school voor al haar leerlingen uitbouwt. Ik werk halftijds voor het ondersteuningsnetwerk en daarnaast was ik halftijds bezig met Rots en Water trainingen. Het doel van het Rots en Water programma is het vergroten van de communicatie- en sociale vaardigheden en welzijn bij kinderen, jongeren en volwassenen. Zo worden allerhande sociale problemen zoals pesten, conflicten, uitsluiting, meeloopgedrag en seksueel grensoverschrijdend gedrag voorkomen en/of teruggedrongen.
Begin dit jaar vielen alle trainingen weg door corona en zat ik plots met een veel minder gevulde agenda. Toen ik de oproep voor eerstelijnspsychologische zorg zag passeren, was ik meteen enthousiast. Het leek me boeiend en ik had zin om mijn tanden te zetten in deze nieuwe uitdaging. Met 12 jaar ervaring in het coachen van leerkrachten, leek het me haalbaar om deze stap te zetten. In het begin kreeg ik weinig aanmeldingen: cliënten hadden een doorwijzing nodig van de huisarts, maar op dat moment was het niet evident om een afspraak vast te leggen met een huisarts. Toen de cliënten hun weg tot bij mij begonnen te vinden, merkte ik al snel dat dit echt mijn ding is. Je kan op korte termijn veel doen voor iemand. Tijdens een intakegesprek vertrouwen mensen je al hun miserie toe. Aan het einde van zo’n intakegesprek benoem ik welke krachten ik bij hen zie en dat zet iets in beweging. Het feit dat mensen vrijwillig komen en gemotiveerd zijn, dat is extra leuk.
Door mijn jarenlange ervaring met Rots en Water; zie ik heel veel in iemands lichaamstaal en lichaamshouding. Een lichaam weet meer dan de geest. Zaken die je niet aanpakt vertalen zich naar lichamelijke klachten en vinden op die manier een andere weg om tot uiting te komen. Een lichaam vertelt ontzettend veel. Negeren, grenzen aangeven, dat doen we vooral met ons lichaam.
Ik had een vrouw in therapie die al 25 jaar gebukt ging onder een depressie. Desondanks had ze het nog in zich om hier iets aan te veranderen. Ik werkte lichaamsgericht met haar door haar te leren rechtop en ontspannen rond te lopen (door o.a. te zwaaien met haar armen). Na de vierde sessie gaf ze aan dat ze klaar was om de depressie achter zich te laten. Tijdens de eerste vijf sessies gebeurt er het meeste, voor de nazorg is het belangrijk om vervolgens het nieuwe patroon telkens op te frissen en verder te ontwikkelen.
Mijn ervaringen draaien heel erg rond het belang van fysiek contact en in beweging gaan. Nu moest ik plots achter een computerscherm plaatsnemen, dat was een enorme aanpassing. Ik vond het mooi om te zien dat ik er toch in slaagde om digitaal een gevoel van veiligheid te creëren. Sommige mensen die ik begeleid geven aan dat ze met veel angsten zaten en dat het digitale net de drempel heeft kunnen verlagen. Voor anderen is dat net omgekeerd. Nu laat ik mensen kiezen: ik heb ongeveer 20 cliënten en één vierde daarvan begeleid ik digitaal.
Ik merk dat corona een hefboom is om onderliggende hulpvragen aan te geven. Corona vergroot dingen uit, stelt bepaalde zaken scherper. Voor sommige cliënten is het ook voordelig, ze kunnen bepaalde dingen makkelijker uit de weg gaan.
Zelf vind ik het enorm deugddoend om zo’n verschil te kunnen maken. Het is fascinerend, ik werk met een heel divers publiek, het klikt met veel verschillende mensen, geen enkel traject is hetzelfde, dat is gewoon keileuk.